In het Walhalla van Snuf en Snuitje
Op weg naar de Ha Long parelkwekerij vertelt de Texaan-die-Duitser-bleek dat hij en zijn vrouw in de jaren ’90 veel in Indonesië hebben gereisd. Ze kenden daar mensen. Dat land was toen nog leuk en niet zo toeristisch als tegenwoordig. Het land wordt door toeristen overstroomd. Er is niks meer aan. Net zoiets als Ha Longbaai nu, bedenk ik. Maar zijn woorden herinneren me er wel weer aan dat dat in die jaren inderdaad een item was. Je moest als toerist of als reiziger vooral naar exotische bestemmingen waar andere toeristen niet kwamen. Je vergat daarbij voor het gemak dat je zelf ook een toerist was.
De parelkwekerij blijkt tevens een viskwekerij. Vanzelfsprekend eigenlijk hier in Vietnam. Gewoon een enkelvoudige nering drijven is er niet bij. Oh nee mijnheer, als ik er met een andere activiteit nog wat extra’s bij kan verdienen zal ik het zeker niet laten. Maar we zijn hier dus voor die parelkwekerij. In 1893 slaagde de Japanner Kokichi Mikimoto er als eerste in om een artificiële parel te kweken. Knap zult u zeggen. Dat is het zeker. Maar het was dan weer gebaseerd op een techniek die was ontwikkeld door ene mijnheer William Saville-Kent. Waarom die mijnheer Saville-Kent vervolgens zelf niet de eerste parel heeft geproduceerd, wordt mij niet helemaal duidelijk. Misschien had hij daar gewoon geen zin in. Of had hij twee linkerhanden. Misschien ook vond hij het wel leuk om iets theoretisch uit te denken, maar had hij er totaal geen zin om dat praktisch helemaal uit te werken. En toen kwam er dus op een dag een Japanner bij hem langs – inderdaad Kokichi Mikimoto – en ontwikkelde zich het volgende gesprek:
‘Joh, ik ben eigenlijk op zoek naar iemand die een methode heeft ontwikkeld om artificiële parels te kweken.’
‘Dat meen je niet.’
‘Ja, écht.’
‘Nou ja, ik wil niet opscheppen, maar ik heb vorige week een onderzoek afgerond die de kweek van parels mogelijk maakt.’
‘Dat meen je niet.’
‘Echt wel.’
‘Okay, en wat wil je ermee gaan doen?’
‘Och, ja, pfff, dat weet ik eigenlijk niet. Interesseert m eigenlijk niet zoveel. Vind het leuk om nieuwe dingen te bedenken. Maar om er dan ook weer voor 100% praktisch mee aan de slag te gaan, dat trekt me niet. Is mijn ding gewoon niet. ‘
‘Oh, nou, ja. Is wel toevallig, want ik geef dus helemaal niks om al dat getheoretiseer. Maar als het op de praktische uitvoering gaat … man, daar ben ik een kei in. Praktisch krijg ik werkelijk alles voor elkaar.’
‘Potdorie wat leuk zeg. Dat is eigenlijk het tegenovergestelde van mij.’
‘Dat bedoel ik. Wat zou je ervan zeggen als ik jouw idee ten uitvoer breng in Japan? … En later misschien in Vietnam? … Je weet maar nooit.’
‘Vietnam … Vietnam … Waar ligt dat eigenlijk?’
‘Vietnam is gelegen tussen de 28e en 8e noorderbreedtegraad en vormt de afsluiting van het continentale Zuidoost-Azië.’
‘Goh, machtig interessant. Vertel meer.’
‘Als ik heel eerlijk ben: eigenlijk bestaat Vietnam nog helemaal niet. Vietnam bestaat vandaag de dag nog uit drie delen, te weten: Tonkin in het noorden, Annam in het midden en Cochin-China in het zuiden. In het geheel is het op dit moment nog onderdeel van Frans-Indochina, maar dat gaat in de volgende eeuw allemaal veranderen.’
‘Tjonge wat een interessante materie, maar ik moet weer verder. Ben druk bezig het broedsel van kreeften te bestuderen om de groei en de ontwikkeling van deze beesten in kaart te brengen.’
‘Wederom een indrukwekkend onderzoek. Wat gaat u dáár dan weer mee doen?’
‘Geen idee. In ieder geval niets praktisch. Misschien geef ik de resultaten wel aan een Rus, een Italiaan of een Aboriginal. Ligt er een beetje aan wie er toevallig langs komt. Zoals ik nu mijn bevindingen over het artificieel kweken van parels aan u meegeef. Kijk maar wat u ermee doet.’
‘Dank … duizendmaal dank.’
‘Nou, u ook bedankt voor dat schitterende verhaal over dat fantasieland dat nog moet ontstaan. Vietnam of zoiets.’
Tijdens de rondleiding door de parelkwekerij vertelt de gids dat verschillende oestersoorten ook verschillende parels opleveren, wat me overigens ook logisch lijkt. In de kwekerij die wij bezoeken – er zijn er volgens mij twee in Ha Longbaai – zijn dat drie soorten oesters. Geen idee welke.
Om het proces van parelvorming op te wekken, worden jonge oesters voorzichtig opengemaakt – geopereerd noemen ze dat – en wordt er een klein bolletje paarlemoer in de oester ‘geplant’. Vervolgens wordt die oester weer in zee gehangen en regelmatig gecontroleerd of deze nog leeft. Volgens de gids duurt het minimaal vijf jaar voordat zich een volledige parel in de oester heeft gevormd. Die zijn niet eens allemaal geschikt voor de verkoop. Van de zestig geoogste parels zijn er twintig onverkoopbaar. En dan is er ook nog een substantieel deel van de oesters die afsterft. Dan kom je aan oogsten al helemaal niet toe. In totaal levert slechts veertig procent van de oesters daadwerkelijk parels op en slechts een heel klein percentage is van zeer goede kwaliteit. Maar die gaan dan ook tegen exorbitant hoge prijzen van de hand.
Het valt mij op dat het kweken plaatsvindt op betrekkelijk open zee, zonder omheining:
‘Er hangt hier dus een klein kapitaal in zee. Hoe voorkomen jullie dat het wordt gestolen’, vraag ik de gids, maar gezien haar wazige ‘Manuel-I-know-nothing-blik’ heeft ze geen idee waar ik het over heb. Ik probeer het nog een keer:
‘Nou, als ik hier vannacht met een boot kom, kan ik zo alles weghalen.’
Het dringt nog steeds niet tot haar door en dan zegt de Texaan-die-Duitser-bleek:
‘Ik vrees dat dat soort problemen bij ons deel van de wereld horen. Dat soort praktijken kennen ze hier niet.’
We krijgen nog een demonstratie van het in de oester brengen van het bolletje paarlemoer, de gids opent onder ons toezien een parel die ondanks mijn stellige bewering niet perfect is en aan het einde is er uiteraard de mogelijkheid om te kopen. Dan valt het me toch weer op dat de dames met glinsterende ogen van begeerte rondlopen om te zien of er iets van hun gading bij is, terwijl de mannen onderling flauwe grappen tegen elkaar maken dat dit – uiteraard voor de ander – toch echt de kans is om z’n geliefde te verwennen. Vrouwen en sieraden; het heeft iets magisch en ik begrijp geen van drieën.
Lees verder: Een toeristische mallemolen