We zijn een goed georganiseerd stel hoor
Buiten de bus komen we terecht op een groot, zanderig terrein dat ik eerder met Afghanistan associeer dan met Vietnam. Wat is er gebeurd? Heeft de chauffeur een paar verkeerde afslagen genomen, is vervolgens in blinde paniek rond gaan rijden om uiteindelijk in Afghanistan terecht te komen? Is de chauffeur in slaap gevallen en is de bus op eigen houtje wonderwel niet in een ravijn gereden, maar – veel erger – naar Afghanistan?
Niets van dit alles. We zijn gewoon gearriveerd op het busstation in Sapa. Een aantal van ons wordt er direct uitgepikt en meegenomen met busjes en taxi’s, anderen moeten wachten. Ik denk onwillekeurig aan de kippen, vissen en kikkers die ik gisteren op de markt heb gezien in hun te krappe kooien, te kleine teilen en te strakke netten. In afwachting van hun onthoofding of tweedeling. Belle en ik zijn gelukkig nog niet aan de beurt.
‘Wat gaat er gebeuren’, vraagt Belle.
‘Geen idee.’
‘Minh heeft jou gisteren een heel verhaal verteld over wat er te gebeuren stond als we hier arriveerden. Heb je dan helemaal niet geluisterd?’
‘Heb je ooit meegemaakt dat ik naar iemand luister?’
‘Nee, dat is de ellende met jou.’
Op datzelfde moment stopt er direct voor mij een man die een groot kartonnen bord omhooghoudt met de tekst: ‘Mr. Vrolijk en Mrs. Roeben’.
Belle ziet het niet omdat ze een beetje stuurs over het plein zit te turen.
‘Ik weet alweer wat Minh tegen me zei.’
‘Oh ja? Wat dan.’
‘Er zou hier iemand staan met een kartonnen bord met onze namen erop.’
‘Zo, zo. knap hoor. En hoe komt het dat je je dat nu ineens herinnert.’
‘Omdat hij nu vlak voor onze neus staat.’
We zitten samen met de Duitse Alena en de Zwitserse Nederlander Menno in een taxi. Ze waren me in de bus al opgevallen. Ze zaten met z’n tweeën op de achterste drie stoelen en lijken me erg verliefd.
Na een superkorte rit arriveren we in hogere sferen bijeen vijf verdiepingen hoog gebouw dat ik meer associeer met bergbeklimmers in de Himalaya dan met Vietnam. Mijn brein lijkt me vandaag domweg niet toe te staan om te zijn waar ik werkelijk ben. En voor nu wil mijn brein dus dat ik me bevind in het basisstation van een bergbeklimmersexpeditie in de Himalaya. En dat basisstation heet vreemd genoeg Sapa View Hotel.
We komen terecht in een grote, kale ruimte met enkele provisorisch in elkaar getimmerde bedden. Nadat ik een paar foto’s heb gemaakt, stapt er tot mijn stomme verbazing een tengere jongeman uit een van die bedden.
Ik heb zojuist een paar foto’s gemaakt van deze ruimte en dit bed’, zeg ik verontschuldigend omdat ik het gevoel heb dat ik een inbreuk heb gedaan op zijn privacy. ‘Ik had je niet gezien.’
‘Geen probleem. Ik ben maar klein mannetje.’
Onze eerste ’taak’ van de dag is ontbijt, zo wordt ons verteld. Maar omdat ik druk ben met het instellen van wifi op mijn telefoon, heb ik op een gegeven moment het contact met de wereld, ingeruild voor dat van mijn reisgezelschap. Ik lijk wel een moderne jongere.
Ik zoek en zoek, maar vind niks. Verdomme wat is dat gebouw groot en het heeft zoveel hoekjes en doorgangetjes. Er is geen doorkomen aan. En al die mensen. Wat doen die hier? Ze lopen rond maar lijken geen enkel doel te hebben. Of ze liggen onzichtbaar in een bed. Zou ik dan toch in een geestenwereld terecht zijn gekomen? Uiteindelijk vraag aan een meisje in een lang wit gewaad en sluik zwart haar voor de ogen wáár het ontbijt geserveerd wordt. Ze wijst zonder haar haar uit haar gezicht te halen naar boven:
‘Op het dakterras’, zegt ze met een drakenkrakende stem. ‘Op de vijfde verdieping,’
Op de aangegeven plek zitten Belle, Alena en Menno inderdaad aan een lange tafel met een kop koffie voor zich. Dat lust ik inderdaad ook wel. Koffie. Ik loop naar de hoek waar de koffie en de thee al klaar staan – met het ontbijt zijn ze nog bezig – en wil net de koffiekan pakken als ik gedecideerd opzij word gedrukt door een kleine Vietnamese vrouw in een keurig mantelpakje. Boeddha zij dank zijn ze hier net zo onbehouwen als in andere delen van Vietnam.
Tijdens het ontbijt ontdek ik dat Alen en Menno echte representanten zijn van hun generatie. Wat reizen betref. Ze zijn al sinds april 2017 op een soort van ongecontroleerde wereldreis die hen voerde van Kuala Lumpur, Bali, Indonesië, Maleisië, terug naar Zwitserland en Duitsland, Singapore, Australië, Thailand en nu dus Vietnam.
Het is volgens mij niet zo dat dit soort reizigers dertig jaar geleden niet bestond. Ik ben ze wel tegengekomen tijdens mijn trips in die tijd in het binnenland van Spanje en Portugal. Maar dat waren vaak ontheemde figuren die zich hadden afgekeerd van de samenleving en daar ook nooit in zouden terugkeren. Ze hadden nogal eens een achtergrond in het Vreemdelingenlegioen en hadden gevochten in obscure oorlogen in Afrika.
Dat alles is bij Alena en Menno absoluut niet aan de orde. Ik zie hen in de toekomst – al dan niet met elkaar – in een goede baan en met kinderen. Maar voor nu hebben ze ervoor gekozen om een paar jaar over de wereld te zwerven.
Het zijn twee slimme mensen. Alena heeft twee jaar geleden haar studie psychologie afgebroken en wil in augustus starten met een economische studie. Menno heeft een vakdiploma voor elektricien en wil in diezelfde tijd een hbo-opleiding in die richting gaan volgen.
Geen idee eigenlijk waarom deze mensen zo rondzwerven en volgens mij tasten ze zelf ook enigszins in het duister. Op bepaalde punten zijn ze ook redelijk onwetend. Zo is Alena stomverbaasd als Belle en ik antimuggenspul opspuiten. Ze hebben geen idee dat Sapa een licht risicogebied is voor malaria. Interesseert Alena ook niet – zegt ze – ‘je kunt niet alles onder controle hebben.’ Maar bovendien is ze er ook van overtuigd dat het haar niet overkomt. Ze is een mooie, blonde jongedame van – naar ik begrijp – zeer goede komaf. Ze is bevoorrecht. Dat soort dingen overkomen haar niet. Dat gebeurt andere mensen. Ach ja, we kennen niet voor niets de uitdrukking ‘jeugdige overmoed’.
Vanwege dat muggenspul en onze kennis van Sapa als licht risicogebied voor malaria vindt Alena Belle en mij ‘de best georganiseerde mensen die ze ooit heeft ontmoet.’ Nou, dat heeft nog nooit iemand tegen ons gezegd. Weet ook niet of ik dat als een compliment beschouw. Ik heb de uitspraak van Slauerhoff ‘ik behoor tot de chaos en zal nooit tot de orde behoren’ zo’n beetje als mijn lijfspreuk. Bovendien vraag ik me af met wat voor warhoofden ze altijd is omgegaan als wij ‘de best georganiseerde mensen zijn die ze ooit heeft ontmoet.’
Een ander punt van hun onwetendheid is dat ze geen idee hebben wat Zwarte Hmong zijn. Dat is namelijk een van de volkeren die in het gebied leven waar we de komende dagen gaan wandelen. Niet dat ik een expert ben in de gebruiken van de Zwarte Hmong, ik weet in ieder geval dat ze hier leven. Zij heeft geen idee. Dat is overigens geen verwijt, maar een vaststelling. Ik ben nooit een van die mensen geweest die smalend lachten om Spanjegangers die Finland aanwezen als het land waar ze vakantie aan het vieren waren. Ik snapte dat wel. Je laat je door je buren vanuit Brabant naar Amsterdam rijden – dat is noordelijk – en vanaf het moment dat je in het vliegtuig zit, ben je alle gevoel voor richting kwijt. Dus voor je idee ben je noordelijk gereisd en kom je bijvoorbeeld in Finland uit. Mensen uit het noorden zullen wat vaker in de buurt van Spanje hebben gezeten, maar kunnen ook wel een land in Afrika hebben aangewezen. Die mensen gingen niet op vakantie om hun topografische kennis bij te spijkeren, maar om te ontspannen. Dat geldt nu ook voor Alena en Menno. De wereld is hun speeltuin.
In de daaropvolgende dagen ontdek ik tevens dat ze veel pragmatischer zijn in het verzamelen van kennis dan wij. Daar waar Belle en ik tijdens het wandelen met onze gids en de begeleidende vrouwen vooral geïnteresseerd zijn in de leefwijze van de Zwarte Hmong, vragen Alena en Menno voornamelijk naar mogelijkheden om te reizen en verblijven met de bijbehorende prijzen.
In tegenstelling tot wat Man ons heeft verteld, wordt de grote rugzak niet per auto nagebracht naar de homestays waar we de komende dagen verblijven, maar blijven ze op basisstation. Belle en ik moeten dus snel nog even wat spullen overladen in de kleine rugzak en er verder maar op vertrouwen dat hier niet wordt gestolen. Dat vertrouwen hebben we inmiddels wel.
Helemaal beneden maken we dan kennis met onze gids voor de komende dagen: Yo Hu Din, die zich overigens aan ons voorstelt als Zhi. Een meisje van nog geen twintig, maar wel een heel bijzonder meisje. Zo zullen wij de komende dagen ontdekken.
Lees verder: Op wandelavontuur met Zhi