Selecteer een pagina
Bezoek aan het Champa museum

Bezoek aan het Champa museum

Bezoek aan het Champa museumDe volgende ochtend start met de processie van monniken in blauwe gewaden. We blijven nog een dag in Hoi An. Morgen nemen we de bus naar de hoofdstad van het Champa rijk. Tijdens het ontbijt vertelt de zwangere jongedame dat we – zoals bij aankomst is beloofd – naar een kamer in het hoge gebouw mogen verhuizen. Daar hebben we een fraai overzicht over de omgeving. Maar wij antwoorden dat we dik tevreden zijn met onze bungalow aan het zwembad.

Voor vandaag hebben wij een scooter gehuurd voor een bezoek aan het Champa museum in Danang. Tot grote hilariteit van de twee Red Fangipangi receptiedames rijdt Belle en zit ik achterop. Eerst maar eens naar het dorp om te tanken. We weten echter niet hoe we bij de tankdop moeten komen. Dat het ding onder het zadel zit, is ons duidelijk. Geen idee hoe je dat zadel omhoog krijgt. Zie bij anderen wel dat ze aan de zijkant van de brommer een slotje hebben zitten waarmee ze het zadel kunnen ontsluiten, maar onze brommer is helaas niet uitgerust met deze technische mogelijkheid. Gelukkig laat een vriendelijke heer ons zien hoe we de zitting omhoog krijgen door het sleuteltje in het contact precies de andere kant op te draaien dan bij het starten. Probleem opgelost. We kunnen tanken en hebben ook toegang tot een opbergcompartiment voor mijn aantekeningenboekje en de onmisbare ANWB-gids.

Onderweg passeren we weer een processie met monniken in blauwe gewaden. Het is te ver verwijderd van The Red Frangipani om te denken dat het om dezelfde groep gaat als vanmorgen. Tenzij ik ervan uitga dat ze beschikken over magische krachten. Blijkbaar is het vandaag een speciale feestdag voor deze monnikengroep. Volgens mijn navigatie zouden we nu langs een rivier rijden, maar het zicht erop wordt ons ontnomen door eerst brommertjes en later mensen. Uit de keren dat ik de rivier wel zie, concludeer ik dat er een roeiwedstrijd aan de gang is met traditionele boten, opgetuigd met grote, gekleurde vlaggen. Daar zijn ze hier gek op.

We stoppen bij een provisorische horecagelegenheid die uit niet meer bestaat dan een paar tafels en stoelen onder een groot zeildoek. Het openen van het zadel om mijn aantekenboekje te pakken, geeft geen enkel probleem. Maar terugleggen gaat niet meer. Dus leg ik het zolang in een ander vakje. Maar bij het binnenrijden van de buitenwijken van Danang hebben we toch echt onze ANWB-gids nodig om het exacte adres van het Cham museum in de navigatie van mijn telefoon te kunnen kloppen. Dus stopt Belle de scooter op de oprit van een instituut dat zo belangrijk is dat het over een bewaker in een glazen wachthuisje beschikt.

Tijdens mijn worsteling met de scooterzitting, stopt er een jonge vrouw op een scooter die Belle vraagt of we begeleiding nodig hebben tijdens onze rit naar de hoge berg. Van daaruit hebben we een prachtig zicht over de omgeving!
‘We zijn niet op weg zijn naar de “hoge berg met het prachtige uitzicht op de omgeving” antwoordt Belle, waarheidsgetrouw als ze is. ‘We willen een bezoek brengen aan het Cham museum.’
‘Oh, maar misschien wilt u daarvoor wellicht een bezoek brengen aan de “hoge berg met het prachtige uitzicht op de omgeving” houdt de jongedame aan.
‘We willen enkel naar het Cham museum’, antwoordt Belle al even volhardend.
‘Maar u kent het hier niet. Dus weet u niet wat u mist wanneer u geen bezoek brengt aan de “hoge berg met het prachtige uitzicht op de omgeving”. Het is zoveel mooier dan alles wat u ziet in het Cham museum.’
Ik verwacht ieder moment de toevoeging ‘uit respect voor de Boeddha’, maar die blijft gelukkig uit.
‘Dat zal ongetwijfeld, maar we hebben nu eenmaal besloten om naar het Cham museum te gaan.’
‘Kan ik u na uw bezoek aan het Cham museum dan ophalen voor een tocht naar “hoge berg met het prachtige uitzicht op de omgeving”?’
‘Dat zou ik u niet aanraden, want na ons bezoek aan het Cham museum gaan wij weer terug naar ons hotel. Maar weet u toevallig hoe we de zitting van onze scooter omhoog krijgen?’
‘Nee, maar ik wens u een hele fijne middag en veel plezier in het Cham museum’, antwoordt de vrouw nu plots gehaast. En zonder verder iets te zeggen start ze haar scooter en rijdt weg. Vreemd genoeg niet in de richting van de “hoge berg met het prachtige uitzicht op de omgeving”. Waarschijnlijk heeft ze nog iets anders te doen.

Ondertussen is de bewaker uit zijn glazen hokje gekomen en komt in onze richting gewandeld. Ik verwacht argwaan en het bevel om op te hoepelen, maar ik krijg hulp. Hij krijgt het in een letterlijke handomdraai gepiept. Niks sleutel omdraaien tegen de ‘startrichting’ in terwijl je de zitting krachtig naar beneden drukt. Of zoiets. Gewoon de sleutel omdraaien zoals je de sleutel omdraait. En dan de zitting op tillen. Werkelijk geniaal.

In het Cham museum staan veel beelden van vrouwen met opvallend grote borsten. De ‘Madonna’s with the big boobies”, zeg maar. Niet bepaald het formaat dat je doorgaans in Vietnam op straat tegenkomt. Er zijn zelfs beelden waar de borsten volledig losgezongen van het vrouwenlichaam een object op zichzelf vormen. De ‘Big boobies without the Madonna’s’ zeg maar. Ook grappig: overal staan borden met de instructie: ‘don’t touch this object’, maar behalve Belle en ik houd niemand zich aan deze regel. Er wordt voortdurend gevoeld, gekrabbeld, geklauwd, gewreven en betast. En dan heb ik het niet per se over de ‘boobies’ die als pepernoten lijken te zijn uitgestrooid in de museumzalen.

Interessant – of misschien juist niet – is de 3-dimensionale presentatie van de ruimte waarin we ons bevinden. Uitmuntend goed gedaan. De ruimte en de voorwerpen zijn haarscherp weergegeven. Het is werkelijk alsof je echt in de ruimte staat. Het vreemde is natuurlijk dát je echt in die ruimte staat. Een bizarre variant op het Droste-effect?

In de laatste ruimte van het museum is een foto-expositie die weliswaar niets te maken heeft met de Cham, maar die in ieder geval wel prachtige foto’s toont. En nu we toch in de ban van het Droste-effect zijn, fotografeer ik op mijn beurt die foto’s weer. Ik noteer uiteraard de fotografen van de foto’s, maar weet achteraf niet meer welke naam bij welke foto hoort. Wie het weet mag het zeggen.
Op een gegeven moment hoor ik een geaffecteerde en veel te harde, Engelssprekende mannenstem:
‘Mag ik mijn zeer gewaardeerde gids iets vragen?’
Zijn neerbuigende toon irriteert me direct mateloos. Zijn ‘zeer gewaardeerde’ Japanse gids – een frêle jonge vrouw – kan natuurlijk niets anders dan instemmen. Want wat is een gids die niet bereid is om vragen te beantwoorden? Als ze zou antwoorden: ‘Rot op viezerik, het enige wat jij echt wil, is neuken’, is ze uitgegidst. Ze knikt dus instemmend.
‘Het zijn hele aardige foto’s hoor … daar niet van …’
Oh mijn Boeddha, hier is een meesterfotograaf aan het woord. Een miskend genie.
‘Ik zie geen plastic. Waar is het plastic?’
Ja, natuurlijk. Het plastic. Waar is het plastic? Dat vraagt iedereen zich natuurlijk af. Of nee, natuurlijk niet. Het valt niemand op. Dat vraagt niemand zich af. Alleen hij. De geniale fotograaf met de arendsogen. WAAR IS HET PLASTIC?
Zijn overduidelijk gegeneerde Japanse gids laat het antwoord in het midden omdat ze wel aanvoelt dat de vraag volstrekt retorisch is. Alleen hijzelf is in staat om het geniale antwoord te geven op zijn al even geniale vraag, die hij daarom ongevraagd nog maar een keer herhaalt:
‘Waar is het plastic? Het mysterie van het ontbrekende plastic. Kijk, ik heb zelf ook een heleboel waanzinnig mooie foto’s gemaakt in dit land, maar op al mijn foto’s is plastic te zien!’
Tja, dat krijg je met geniale fotografie hè … overal plastic.

De arme Japanse gids kijkt hem aan alsof ze pap ziet pruttelen. Dan pakt hij haar net iets te stevig bij de arm en neemt haar op dwingende wijze dichter naar de wand waar de foto’s hangen. Hij wijst nadrukkelijk priemend op een aantal foto’s en zegt:
‘Hier … hier … hier …’
Om haar vervolgens ‘mee te sleuren’ naar de volgende serie foto’s voor hetzelfde ritueel. Zijn gedrag gaat zo hard op m’n wekker dat ik naar de andere kant van de ruimte loop om maar zo ver mogelijk verwijderd te zijn van die idioot.
Later vertelt Belle dat ze achter die gek en zijn gids is blijven lopen en dat ze bijna krankjorum werd van zijn gewoonte om aan de gids uit te leggen wat de foto’s betekenden. Het deed me denken aan een oude ‘cartoon’ van Kamagurka waar een singer-songwriter het podium oploopt en het publiek massaal zegt: ‘Hi folks’.

Lees verder: Vervlogen dromen en goed toneelspel