Botsende werelden
Het gezelschap valt me direct op. Drie verwilderde, zigeunerachtige types onder petjes die verwijzen naar de Mississippi delta in de VS. In gezelschap van een jong, Aziatisch meisje van een jaar of twaalf, dertien. Ik kan haar niet helemaal plaatsen in dit gezelschap.
De gezette moeder heeft een woeste bos krullend haar en is gekleed in een iets te klein badpak waardoor haar enorme tattoos prachtig tot hun recht komen en een rok. De lange, donkere jongeman van een jaar of vijfentwintig is – zeker gezien zijn enorme bos woest krullend haar, dat overigens in bedwang wordt gehouden door een Bossche carnavalszakdoek – overduidelijk haar vrouw. De andere vrouw van dit gezelschap doet me direct denken aan de hoerige zuster van de hoofdrolspeelster Mrs. Bouquet uit de Engelse comedyserie ‘Keeping up appearances’ (vandaag is blijkbaar de dag van de Engelse comedyseries in mijn hoofd). Wat uiteraard niets zegt over deze mevrouw. En dan is daar nog dat Aziatische meisje, dat ik dus niet kan plaatsen. Waarom zou een overduidelijke ‘ Cajun familie’ uit de Mississippi delta zo’n jong Aziatisch ‘ding’ op sleeptouw nemen. Wat doen die mensen trouwens hier? Al die Kajoen Knakkers zijn toch zo arm als de ratten? Die hebben toch helemaal geen geld om vanuit hun moerasdelta helemaal naar Vietnam te reizen voor een driedaagse boottocht over Ha Longbaai.
De aap komt uit de mouw tijdens de afvaart als het gezelschap uit de belendende hut komt en in gesprek raakt met Belle. Het zijn helemaal geen Kajoen Knakkers. Ze komen uit Zuid-Frankrijk en van de serie ‘Keeping up appearances’ hebben ze nog nooit gehoord.
Nadat we ons hebben geïnstalleerd in onze hutten krijgen we in de eetzaal de instructies die zo gortdroog worden gepresenteerd dat ik ze direct weer vergeet. Zoals ik instructies altijd direct weer vergeet. Al verzinnen ze er een complete opera omheen, dan nog blijft het bij mij niet hangen. Heb ook een hekel aan opera trouwens, maar dat doet er nu even niet toe. Het is lunchtijd. Met complete vissen in gedenkwaardige houten stellages. Toffe presentatie, dat wel. Maar de herkomst van de vis blijft me te onduidelijk om ervan te kunnen genieten. Dit in tegenstelling tot Belle die de griezelige beesten tot op de graat afkluift. Ik concentreer me liever op de lekkerbekjes, de schelpjes, het kip-lente-ui gerecht en de bami.
Het middagprogramma begint met een bezoek aan een hele grote, goed uitgelichte grot. Boeiend. Utrecht vertelt me dat hij een enorme fan is van Elon Musk als grensverleggend ondernemer. Hij vindt het vooral fascinerend dat Musk een Tesla de ruimte in heeft geschoten. Tja, dat is nog eens wat anders dan het bewerkstelligen van wereldvrede of het oplossen van het voedselprobleem.
Na de grot varen we naar een eiland met een hoge berg. Nu bestaan eigenlijk alle eilanden hieruit hoog uit het water oprijzende rotsformaties, maar deze heeft ook nog zoiets als een strandje. Dat dan weer gebruikt kan worden om boten aan af te meren en om barretjes op te plaatsen. In de rots zelf is een trap uitgehouwen naar een uitkijkpunt bovenop. Boeiend. Nou ja, het geeft wel een mooi uitzicht over de baai. Jammer alleen dat het niet zozeer de baai zelf en het geologische natuurschoon dat als eerste opvalt, maar de duizenden toeristenbootjes die er rondvaren.
Ik stelde het al eerder vast. Volgens het cliché zijn mensen uit het Verre Oosten gereserveerd, fijngevoelig en mysterieus. Nou, zeker niet als ze op een toeristisch bekende plek staan met camera’s in de buurt. En die zijn tegenwoordig met de alomtegenwoordige smartphones nooit ver weg. De vrouwen gaan compleet los! Angstaanjagend gewoon. Het benadert de intimiteit van de slaapkamer zoals ze zichzelf met wellustig uitgespreide armen, het hoofd in de nek en een bijna satanisch, zwoele blik opstellen tussen de camera en het uitzicht waar het eigenlijk om zou moeten gaan. En wee je gebeente als je toevallig op een plek staat met uitzicht op iets waar zij vóór willen gaan staan. Als het moet drukken ze je van de rots af: ‘wegwezen jij stomme westerling. Je snapt er weer helemaal niks van. Je staat het uitzicht te fotograferen en daar gaat het helemaal niet om. Er moet eerst iemand vóór gaan staan in een erospastische pose, voordat je afdrukt.’
Het zijn ook niet alleen de poseurs die seksueel opgewonden lijken te raken van het fotograferen. Ik zie nu ook een fotografe die de vrouwen vóór haar lens – ze heeft zichzelf blijkbaar opgeworpen als de fotograaf van haar groep – ophitst met angstaanjagende klakgeluiden die ze produceert met haar tong tegen haar gehemelte en door ze met een grenzeloze vurigheid aan te sporen. Ik kan haar niet verstaan natuurlijk, maar het lijkt dat haar opmerkingen niet bestemd zijn voor kinderoren.
Tijdens het avondeten spreek ik met twee Maleisische jongemannen van midden twintig die geen moderne reizigers zijn. Zij zijn – om het maar in ouderwetse termen uit te drukken – lekker een paar dagen weg in Vietnam. De twee Portugese dames naast hen aan tafel zijn dan weer wél helemaal in het moderne rondreizen. Grenzeloos, zonder enig vooropgezet doel of plan: ‘als we het ergens leuk vinden, dan blijven we.’
Eén van hen is het niet eens met mijn gedachte dat zo’n slim en ambitieus meisje als Zhi een geweldige toekomst zou hebben wanneer ze was geboren in een land waar ze een kans zou hebben gehad.
‘Wat een onzin. Dat wéét je helemaal niet. De situatie zou totaal anders zijn.’
‘Daar heb je gelijk in natuurlijk. Maar daar gaat het me niet om. Ik mag haar graag en bewonder hoe ze haar leven – ondanks alle praktische beperkingen – heeft ingericht. Ik gun haar gewoon zoveel meer. Het is zo typisch voor jullie generatie om daar zo instrumenteel over na te denken.’
‘Ja, wij zeggen wat we denken. Dat is jullie generatie niet gewend.’
‘Vergis je niet’, zegt Delft van de andere kant van de tafel. ‘Hij komt uit Holland. Die vinden het leuk om elkaar te beledigen en om beledigd te worden.’
‘Weet je’, vervolg ik. ‘Ik was in Portugal in 1981. Daar waren de mensen destijds net zo arm als de Vietnamezen nu. En zie jullie nu eens. Twee jonge, hoogopgeleide Portugese dames die op een soort van eindeloze wereldreis zijn. Dat gun ik Zhi en haar kinderen ook.’
‘Wie zegt jou dat ze niet gewoon lekker in de bergen wil blijven?’
‘Als dat haar eigen keuze is, vind ik het prima. Maar nu wordt ze door de omstandigheden gedwongen. Dat is niet okay.’
Er is al de hele avond sprake van gratis bier, maar iedere keer als ik een flesje bier bestel, wordt dat bijgeschreven op m’n rekening. Pas aan het einde van de avond kom ik erachter dat dat ‘gratis bier’ een fustje op het achterdek is.
We zijn de avond ingegaan onder dreiging van karaoke. Daar zijn ze hier gek op. Maar gelukkig begrijpt de bemanning dat deze toeristengroep dat niet nodig heeft om het gezellig te hebben. Er wordt stevig gediscussieerd en gedronken. Alleen Delft en Utrecht houden zich wat dit laatste betreft op de vlakte. Die hebben gisterenavond duidelijk hun portie wel gehad. Ze spelen een kaartspel met een Amerikaanse zwemcoach die actief is in China. Een zwarte opmerkelijk genoeg. Een zwarte die Aziaten traint in een overwegend witte sport.
Aan het einde van de avond kruipen de twee jonge – in ieder geval zwaar verwijfde – bartenders om beurten zowat op m’n schoot. Eén van hen wrijft me voortdurend over m’n rug. Geen idee wat hij daarmee bedoelt. Ik neem nog maar een biertje.
Via een vertaalapp op z’n smartphone vraagt hij me of ik een dochter heb. Oh, hij wrijft me over mijn rug om me als potentieel toekomstig schoonvader op m’n gemak te stellen. Helaas voor hem moet ik ontkennend antwoorden, maar het wrijven stopt niet. Dat was het dus niet. Vervolgens worden z’n vragen steeds cryptischer, maar ik vermoed dat ze erop neer komen dat hij me vraagt of ik hem als zoon zou willen. Ik antwoord dat ‘papa’ daar eerst nog eens een nachtje over wil slapen. Ik ga naar bed.
Lees verder: Een boot vol overschot