Selecteer een pagina
Een gevarieerd reisgezelschap

Een gevarieerd reisgezelschap

In de internetrecensies over de treinreis beklagen veel mensen zich over de hygiëne van de toiletten, maar die valt me alleszins mee. Voor onze coupé zijn er twee. Één in ‘french style’ en één met pot. Het gebeurt regelmatig dat het complete interieur nat is gespoten met de hogedrukspuit die er hangt. Ook zie ik de coupéconductrice regelmatig het toilet poetsen. Maar goed. Het blijft natuurlijk lastig om een toilet schoon te houden in een voortdurend hotsenknotsende, overvolle trein. Wie lekker ontspannen wil poepen op een 100% schoon toiletje, kan beter thuisblijven.

Onderweg stopt de trein regelmatig om passagiers in en uit te laten stappen. Maar een deel blijft – net als wij – zitten. Ook de twee kwakende heren achter ons blijven zitten. Al moet ik zeggen dat ze gedurende de reis wat rustiger zijn geworden. Wel hoorde ik één van hen vannacht in zijn telefoon kwaken, maar op een veel zachter volume. De ander kwaakt niet, maar rochelt en hoest zich door de nacht. Ook mooi.

Rechts van ons zitten vader en zoon. De zoon lijkt op de jonge Benicio Del Toro. In pocketformaat. Denk ik. Ik weet natuurlijk niet hoe lang Benicio Del Toro is, maar hij maakt op mij de indruk dat hij lang is. Één meter achtentachtig volgens IMDB. De jongeman op de bank naast ons is voor een Vietnamees behoorlijk lang, maar haalt het qua lengte niet bij de originele Del Toro.
De Vietnamese Del Toro heeft ons in het begin van de reis geholpen door te tonen hoe we de beensteunen – die overdag superonhandig zijn – naar beneden kunnen duwen door aan een lusje aan de stoel te trekken. Dat was ons zonder zijn hulp nooit gelukt. Mij in ieder geval niet. Belle daarentegen was er wel uitgekomen. En dan had zij mij weer geholpen uiteraard. Maar Goed. De Vietnamese Del Toro heeft ons een heleboel frotten, steunen, vloeken en klooien bespaard door het ons aan het begin van de reis te tonen.

Ik heb regelmatig oogcontact met Del Toro en dan lachen we elkaar begrijpend toe. Met name wanneer een van de kinderen in de coupé een ondeugende streek uithaalt. Ik vraag hem of hij Engels spreek, maar hij schudt zijn hoofd. Dan houden we het bij oogcontact en wederzijds begripvol lachen.
Vader Del Toro is een oudere versie van zijn zoon en hij is een stoïcijn. En lijkt daarmee op de oudere Benicio. De Benicio van nu, zeg maar. Iedere middag na de lunch drinkt hij – uitdrukkingloos voor zich uit kijkend – één biertje en daarna iets warms uit de thermoskan. Beide zelf meegebracht. Zijn stoïcijnse masker zakt af wanneer we langs mooie plekken in het landschap rijden. Dan begint hij fanatiek te fotograferen. Vooral de zee lijkt hem te interesseren.

Schuin rechts van ons – dus vóór vader en zoon Del Toro – zit een moeder en haar peuterdochter. Het kind heeft een prinsessenkroontje op haar hoofd. Blijkbaar willen ook Vietnamese meisjes prinses worden of zijn. Ik weet niet zo goed hoe dat werkt. Is het de ambitie om werkelijk prinses te worden of gaat het om de fantasie dat je een prinses bent?
In het begin vallen moeder en dochter me vooral op omdat ze voortdurend zitten te eten. Aanvankelijk denk ik dat dát de manier is waarop de moeder de dochter rustig houdt, maar naarmate de reis vordert, besef ik dat dat soort trucs niet nodig zijn bij dit meisje. Ze heeft een onvoorstelbaar gelijkmatig, vriendelijk karakter. Want ondanks het feit dat ze een zitplaats deelt met haar moeder en niet altijd even gemakkelijk zit, is ze geen moment lastig. Zelfs wanneer haar moeder een tijd achter ons in een andere coupé is verdwenen, blijft ze stil en lief in haar stoel zitten. Ze is een onverstoorbaar prinsesje.

Het onverstoorbare prinsesje is het totale spiegelbeeld van de weerspannige peuter met de hanenkam, drie stoelen vóór ons. Die schreeuwt regelmatig naar zijn broertjes en zusjes of barst uit in een ongecontroleerd krijsen wanneer hij zijn zin niet krijgt. Ik zie hoe hij in het gangpad zijn oudere broertje niet al te zachtzinnig tegen zijn kop slaat en door zijn vader tot de orde moet worden geroepen. Blijkbaar is zijn reputatie in het gezin zo bedreigend dat zijn duidelijk oudere broertje niets terug durft te doen.

In de twee stoelen direct voor ons zitten na iedere stop andere mensen. Tussen de vader van het eerste gezin en Belle botert het niet. Hij wil de blindering van de ramen omlaag terwijl Belle graag naar buiten kijkt. Blindering omhoog. Dus als hij de blindering omlaag trekt, duurt het niet lang voordat Belle de afscherming juist weer omhoog manoeuvreert. Met een eindeloos vice versa tot gevolg. Wat mij betreft valt er voor beide versies wel iets te zeggen, maar mijn stem telt natuurlijk niet. Belle vindt dat hij zich gedraagt als de koning van de trein. Daar stelt zij eenvoudigweg haar eigen monarchistische ambities tegenover. Het ene koningshuis tegen het andere. Gelukkig verlaten hij en zijn gezin de trein bij de eerstvolgende halte.

Rond half vier neem ik m’n eerste biertje en drink in een rustig tempo door. Vooral omdat het me in een prettige stemming brengt en houdt. Niets zo leuk als per trein lange afstanden reizen met een biertje in je hand. Een andere reden om lekker door te drinken is om de sjouwlast te verminderen wanneer we morgen de trein verlaten. Bovendien heb ik niks anders te doen. Behalve lezen dan. ‘China per trein’ van Paul Theroux. Wel toepasselijk. Mooi boek ook. Daar niet van. Al vind ik de schrijver een beetje een pedante kwast die op zijn beurt alle reizende westerlingen pedante kwasten vindt. Ben ik daarmee ook een pedante kwast? Niet omdat Paul Theroux mij een pedante kwast zou vinden als hij mij zou kennen. Maar omdat ik hem een pedante kwast vind. Zijn alle mensen die iemand anders een pedante kwast vinden, zelf een pedante kwast? Dat is mijn twijfel. Enfin, erg verwarrend allemaal. Ik neem nog maar een ferme slok bier.

We passeren regelmatig uitgestrekte begraafplaatsen met grafmonumenten zo groot als bungalows. Ik dacht dat de Italianen er wat van konden, maar dat valt in het niets bij wat deze jongens ervan maken. Tering! Complete kastelen. Zie vreemd genoeg regelmatig swastika’s afgebeeld op die bouwwerken. Wist half en half wel dat het een symbool was in het hindoeïsme, maar dat speelt volgens mij geen rol in Vietnam. Internet ‘vertelt’ me dat het hakenkruis ook wordt gebruikt in het boeddhisme. Weten we dat ook weer.

Lees verder: Vietnam past me als een maatpak